Overzicht uitspraken Wet Werk en Zekerheid (WWZ)

Door in Arbeidsrecht op 2015-12-09

Per 1 juli 2015 is het ontslagrecht ingrijpend gewijzigd. Inmiddels hebben kantonrechters zich over de toepassing van de nieuwe regelgeving uitgesproken. Met name uitspraken over het al of niet bestaan van een “redelijke ontslaggrond” (art. 7: 669 lid 3 sub a tot en met sub h) trekken de aandacht. Ook is met belangstelling uitgekeken naar de interpretatie van de begrippen “ernstig verwijtbaar handelen of nalaten” en “de billijke vergoeding”.

Is er al een lijn te ontdekken in de jurisprudentie tot nu toe? Heel kort samengevat geldt het volgende. Kantonrechters passen de ontslaggronden strikt toe. Met name geldt dat voor de ontslaggrond “disfunctioneren” (art. 7:669 lid 3 sub d). Verder ligt bij kantonrechters de lat hoog bij het begrip “ernstig verwijtbaar handelen of nalaten”: er moet echt wel wat aan de hand zijn. De toegekende billijke vergoedingenworden in het algemeen als betrekkelijk laag ervaren. Een volgende conclusie is dat een groot aantal kantonrechters na een ontslag op staande voet open staat voor het behandelen van een ontbindingsverzoek voor zover vereist (ook wel voorwaardelijke ontbinding genoemd). En ten slotte, vrijwel alle kantonrechters werken mee aan het toewijzen van een pro forma ontbinding.

In een jurisprudentieoverzicht WWZ is een groot aantal uitspraken betreffende de WWZ per onderwerp op een rij gezet. Het overzicht is bijgewerkt tot 20 november 2015.