Hoge Raad 31 maart 2017: Curator moet op terrein van derde opgeslagen afval verwijderen, tenzij…
Door Maarten Kalkwiek – advocaat in Commerciële geschillen op 2017-04-18Dit arrest is belangrijk voor de faillissementspraktijk omdat de curator wordt verplicht tot het verwijderen van tot de faillissementsboedel behorende zaken die zijn opgeslagen op terrein van een derde.
Het ging in deze zaak om het volgende. De firma Aldel had vele duizenden tonnen afval opgeslagen op een opslaglocatie van een derde. Aldel betaalde hiervoor een vergoeding aan deze derde, die niet de eigenaar van de locatie was maar deze kosteloos mocht gebruiken van de provincie Limburg.
Op 30 december 2013 werd Aldel failliet verklaard. De curator besloot om de overeenkomst tot opslag van het afval met de exploitant niet gestand te doen. Op grond van de overeenkomst bleef Aldel echter eigenaar van het afval. De exploitant vordert dat de curator het afval verwijdert maar krijgt nul op rekest van het hof, waarop hij cassatieberoep instelt. De Hoge Raad vernietigt het arrest van het hof.
De Hoge Raad herhaalt eerst de hoofdregel dat de curator op grond van art. 37 lid 1 Fw de mogelijkheid heeft om overeenkomsten niet gestand te doen en vervolgens deze ook niet hoeft na te komen. (Onder verwijzing naar het Nebula-arrest van 3 november 2006.)
De Hoge Raad trekt vervolgens een parallel met de situatie van huurders in een faillissement en overweegt onder verwijzing naar zijn arrest van 9 juni 2006 dat een huurder “uit hoofde van zijn recht op het gehuurde [kan] verlangen dat de curator de tot de boedel behorende zaken uit het gehuurde verwijdert”. Volgens dezelfde logica kan iemand die een ‘exclusief gebruiksrecht’ op een terrein heeft van de curator verlangen dat deze het terrein ontruimt.
Er is echter een escape: Als de curator stelt en bewijst dat de exploitant tegenover de provincie Limburg geen recht heeft op verwijdering van de zaken, hoeft de curator de zaken ook niet te verwijderen. De logica daarachter is dat dan geen sprake is van een ‘exclusief gebruiksrecht’ vermoed ik.