Hoge Raad 30 juni 2017: Huur je een woning? Bewijs het maar
Door Maarten Kalkwiek – advocaat in Commerciële geschillen, Ondernemingsrecht op 2017-07-10Huur je een woning? Als het er op aankomt moet je de huurovereenkomst bewijzen. Dat is de uitkomst van een procedure bij de Hoge Raad.
In deze zaak vorderde de verhuurder/eigenaar van een bovenwoning dat de bewoner deze zou verlaten en ontruimen. De bewoner woonde al zijn hele leven in de bovenwoning, die zijn ouders lang geleden hadden gehuurd. Na het overlijden van zijn ouders woonde hij er alleen. De huurovereenkomst tussen de ouders en de verhuurder was niet op schrift gesteld.
De eigenaar van de bovenwoning voerde aan dat de bewoner zonder recht of titel in de woning verbleef. De huurovereenkomst was immers met zijn ouders en niet met hem. De rechtbank gaf hem gelijk maar het hof oordeelde anders, omdat “de stelplicht en de bewijslast van de stelling dat [de bewoner] zonder recht of titel in de bovenwoning verblijft, op [de verhuurder] rusten. Het enkele feit dat de huurovereenkomst oorspronkelijk door de ouders van [de bewoner] is aangegaan is niet voldoende voor de conclusie dat [de bewoner] thans zonder recht of titel aldaar verblijft.”
Dit oordeel houdt geen stand bij de Hoge Raad, die oordeelt dat “degene die zich jegens de eigenaar beroept op een recht om een goed te houden of te gebruiken, zoals een huurrecht, de stelplicht en bewijslast heeft met betrekking tot de feiten waaruit dat recht volgt. Het hof heeft dit uitgangspunt miskend.” Voor de praktijk is dit een buitengewoon prettige uitspraak. Het zou de omgekeerde wereld zijn als iemand zich je woning (of een andere zaak) kan toe-eigenen en jij als eigenaar moet bewijzen dat diegene daar geen recht op heeft. Voor huurders betekent dit dat zij er goed aan doen om hun huurovereenkomst te formaliseren door deze op schrift te stellen.