Versnelde verhoging AOW-leeftijd
op 2015-04-10De Tweede Kamer is op 26 maart jl. akkoord gegaan met het voorstel van de regering de AOW-leeftijd versneld te verhogen.
Sinds 2013 stijgt de oorspronkelijke AOW-leeftijd van 65 jaar met stappen van telkens één maand. Geregeld was, dat de AOW-leeftijd met ingang van 2016 tot 2018 met stappen van twee maanden verhoogd zou worden en na 2018 met stappen van vier maanden. Op deze manier zou de AOW-leeftijd uiteindelijk in 2023 op 67 jaar uitkomen.
In dit nieuwe wetsvoorstel – waarvan mag worden aangenomen dat dat door de Eerste Kamer zal worden geaccepteerd – gaat de AOW-leeftijd vanaf 2016 in stappen van drie maanden omhoog en na 2018 in stappen van vier maanden. Op deze wijze komt de AOW-leeftijd in 2018 op 66 jaar en (al) in 2021 op 67 jaar.
Ook de zogenaamde overbruggingsregeling wordt aangepast. Die regeling beoogt te voorkomen dat mensen met een lager inkomen door het verschuiven van de AOW-leeftijd in financiële problemen komen. Mensen die nu vlak voor hun AOW-leeftijd zitten, kunnen in korte tijd geen geld reserveren ter overbrugging van de periode van 65 tot de nieuwe AOW-leeftijd. Geregeld is dat aan mensen die voor 1 januari 2013 deelnamen aan een VUT- of prepensioen- of een vergelijkbare regeling, ter overbrugging een uitkering op minimumniveau wordt verstrekt. Deze regeling zou in 2019 eindigen, maar wordt volgens het nieuwe voorstel verlengd tot 2023.