Geen compensatie transitievergoeding langdurig zieke werknemer mogelijk? Wel compensatie mogelijk!
Door Joost Hoetink CPL – advocaat in Arbeidsrecht op 2023-11-17Wat geldt als de overheid u informeert dat ‘geen compensatie mogelijk’ is van de transitievergoeding voor een langdurig zieke werknemer, maar dit niet blijkt te kloppen en inmiddels de aanvraagtermijn is verstreken omdat u afging op die informatie? Compensatie kan dan tóch mogelijk zijn.
Transitievergoeding langdurig zieke werknemer
Als u een werknemer ontslaat, zonder dat de werknemer een ernstig verwijt van het ontslag kan worden gemaakt, bent u sinds 1 juli 2015 een vaste, wettelijke ontslagvergoeding verschuldigd: de transitievergoeding. Dit geldt ook als de werknemer langdurig ziek is (d.w.z. langer dan 104 weken) en u in die periode het loon doorbetaalde.
Probleem: ontstaan ‘slapende dienstverbanden’
Kort na de invoering van de verplichte transitievergoeding per 1 juli 2015 ontstond een probleem: veel werkgevers die een langdurig zieke werknemer al langdurig doorbetaalden, vonden het onrechtvaardig óók nog een transitievergoeding te moeten betalen bij een beëindiging na twee jaar ziekte.
Omdat volgens de wet na twee jaar ziekte de loondoorbetalingsverplichting stopt, werd voor veel werkgevers de oplossing: dan maar niet beëindigen. Op die manier ontstonden, wat ook wel wordt genoemd ‘slapende dienstverbanden’.
Oplossing: compensatie aan werkgever voor betaalde transitievergoeding
Al vanaf 2016 werd daarom gewerkt aan de invoering van een ‘compensatie’: toegezegd werd dat als een werkgever netjes voldeed aan het beëindigen van het dienstverband na twee jaar ziekte en de transitievergoeding betaalde aan de werknemer, die werkgever vervolgens een aanvraag in kon dienen bij UWV, die dan de betaalde transitievergoeding aan de werkgever compenseert. Het beëindigen werd voor de werkgever dus zo ‘budgetneutraal’. De werknemer komt toe waar hij recht op heeft volgens de wet: de transitievergoeding.
Oude gevallen: mogelijkheid aanvraag met terugwerkende kracht
De compensatieregeling ging op 1 april 2020 van start. Het eerder aanvragen van de compensatie was niet mogelijk. Als een werkgever al in de periode van 1 juli 2015 tot 1 april 2020 de transitievergoeding aan de langdurig zieke werknemer had betaald, kon de werkgever alsnog en dus met terugwerkende kracht de compensatie aanvragen. Daar had hij dan maximaal 6 maanden de tijd voor (tot 1 oktober 2020).
Oude slapende dienstverbanden – ‘diepslapers’
Het kwam ook al vóór 1 juli 2015 voor dat dienstverbanden niet (formeel) na twee jaar ziekte werden beëindigd. Werkgevers of werknemers hadden daar domweg geen interesse in of aandacht voor, of wisten niet dat ze nog moesten beëindigen. Echt nodig was het ook niet als duidelijk was dat de werknemer nooit meer zijn werk zou kunnen hervatten door de ziekte. Maar ook kon het zijn dat de werknemer bijvoorbeeld kort voor zijn pensioen zat.
Dit veranderde door de invoering van de transitievergoeding per 1 juli 2015: daar waar het voor de langdurig zieke werknemer eerst geen meerwaarde had aan te sturen op een einde van zijn dienstverband na twee jaar ziekte (omdat de wet daar geen beëindigingsvergoeding aan verbond), deed de wet dit nu ineens wel. Die vergoeding kon behoorlijk oplopen, tot een jaarsalaris aan toe. Maar zelfs als die vergoeding maar een of een paar maandsalarissen bedroeg, voor een langdurig zieke werknemer die te maken krijgt met inkomensdaling, is elk bedrag aan transitievergoeding al heel wat waard.
De hier beschreven situatie, dat wil zeggen een werknemer die al vóór 1 juli 2015 twee jaar ziek was maar wiens dienstverband (nog) niet was beëindigd vóór 1 juli 2015, had dus ook een (langdurig) slapend dienstverband. In de praktijk is aan deze situatie ook de naam ‘diepslaper’ gegeven.
Overheidsinformatie: ‘geen compensatie mogelijk’ van transitievergoeding betaald aan diepslaper
Nog voor het openstellen van de mogelijkheid van het doen van een aanvraag voor compensatie bij UWV per 1 april 2020, informeerde de minister die de wet voor de compensatie diende uit te voeren (SZW) werkgevers dat het doen van een aanvraag voor een aan een diepslaper betaalde (of nog te betalen) transitievergoeding ‘niet mogelijk’ was. Compensatie zou dus alleen mogelijk zijn als de werknemer op 1 juli 2015 nog niet twee jaar ziek was en pas na 1 juli 2015 de periode van twee jaar ziekte werd vol gemaakt. De minister schreef al vanaf april 2019 op www.rijksoverheid.nl (voorheen ook wel ‘Postbus 51’):
Heel veel werkgevers, óók werkgevers die wel de transitievergoeding aan een diepslaper hadden betaald, zullen op basis van deze informatie hebben gedacht: oké, jammer, compensatie is niet mogelijk, dan doen we geen aanvraag. Daarbij kan ook mee hebben gespeeld de hoogte van het betaalde bedrag aan transitievergoeding, maar ook de omvang van de werkgever. Het maakt wel verschil of het gaat om een transitievergoeding van een paar duizend euro, of een vergoeding van tienduizenden euro’s. Ook kan meespelen of de werkgever wel een juridische strijd hierover kan/wil aangaan. Als de overheid zo duidelijk bevestigt dat ‘geen compensatie mogelijk’ is, dan is dat toch zo?
Rechter: wel recht op compensatie van aan diepslaper betaalde transitievergoeding
Er was een werkgever die het toch probeerde. Hij kreeg gelijk: ook voor de werknemer, die op 1 juli 2015 al langer dan twee jaar ziek was, maar wiens dienstverband na 1 juli 2015 is beëindigd onder betaling van de transitievergoeding, heeft de werkgever recht op compensatie van die vergoeding door UWV. Dit bepaalde de rechtbank Rotterdam in een uitspraak van 28 juli 2021. UWV heeft daar nog hoger beroep tegen ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep, maar die bevestigde dat de rechtbank Rotterdam (en dus de werkgever) het bij het juiste eind had in een uitspraak van 1 juni 2022. Deze werkgever kreeg daardoor dus alsnog € 37.900 gecompenseerd, het bedrag dat hij aan transitievergoeding had betaald.
Door overheid verstrekte informatie dat compensatie ‘niet mogelijk’ was, was dus onjuist
Van belang is vast te stellen dat de overheid dus lange tijd, te weten vanaf april 2019 aan de werkgevers de informatie verstrekte dat compensatie van de betaalde transitievergoeding aan een diepslaper ‘niet mogelijk’ was, terwijl dat ‘wel mogelijk’ was. Deze onjuiste informatie heeft op de website van de overheid gestaan tot na 1 oktober 2020, de uiterste termijn voor het indienen van een aanvraag voor ‘oude gevallen’. Het was dan ook de vraag wat de overheid hiermee zou gaan doen. Die vraag heeft de verantwoordelijk minister (SZW) ongeveer een jaar bezig gehouden en al die tijd stond er op de website van UWV het volgende:
Wat betekent deze uitspraak voor u? Klopt de nieuwe informatie wel?
Vanaf 21 juni 2023 was het ministerie er uit: op de website van het UWV is een nieuw nieuwsbericht geplaatst (onder de verwijdering van het oude bericht). Daarin staat nu onder meer:
Het is bijzonder wat hier staat.
Ten eerste staat er dat het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft besloten dat wij (= UWV) herhaalde aanvragen niet opnieuw mogen beoordelen. Er staat niet benoemd van welke datum dit besluit is, of en hoe het is bekend gemaakt en hoe dat besluit is gemotiveerd. Kennelijk mag UWV dus niets met een herhaalde aanvraag van het ministerie doen, maar is dat wel terecht? In de wet (artikel 7:673e BW) staat dat UWV de vergoeding van de transitievergoeding aan de werkgever op zijn verzoek verstrekt. De wet is niet gewijzigd. Ook staat in de wet dat UWV de verstrekte compensatie kan herzien als deze ten onrechte, of tot een te hoog bedrag is vastgesteld. Waarom zou dat dan niet kunnen als die ten onrechte is afgewezen, of tot een te laag bedrag is vastgesteld omdat de minister een verkeerde instructie gaf aan het UWV hoe de compensatieregeling moest worden toegepast?
Ten tweede staat er dat als een werkgever niet eerder een aanvraag had ingediend, maar de transitievergoeding wel langer dan 6 maanden geleden is betaald, de aanvraagtermijn is verstreken.
Het is van belang te zien wat hier niet staat. Er staat niet dat het indienen van een aanvraag ‘niet mogelijk’ zou zijn. Er staat ook niet dat de aanvraag dan ‘niet door UWV beoordeeld zal worden’. En er staat ook niet dat de aanvraag ‘niet zal worden toegewezen’.
U wordt als werkgever snel opnieuw ‘op het verkeerde been gezet’
Zo ziet u: informatie die u door de overheid wordt verstrekt en waar u op afgaat, zet u gemakkelijk op het verkeerde been. Is de oplossing dan maar overal aanvragen voor indienen, ook al wordt er gezegd dat ‘geen compensatie mogelijk’ is, of als ‘de aanvraagtermijn inmiddels verstreken is’? Dit is nu een typisch voorbeeld van hoe burgers en bedrijven niet met de overheid zouden moeten hoeven en willen omgaan.
Maar het omgekeerde geldt ook: de overheid zou ook niet op deze wijze op haar belangrijkste informatiekanalen (zoals in dit voorbeeld: www.rijksoverheid.nl en www.uwv.nl) informatie moeten verstrekken die de burgers en bedrijven op het verkeerde been zet.
Recent: na einde aanvraagtermijn ingediende aanvraag voor diepslaper inderdaad toegewezen
UWV heeft recent – en na overleg met het ministerie van SZW – ingezien dat de eerder verstrekte informatie dat een aanvraag voor compensatie voor een diepslaper ‘niet mogelijk’ was, niet rechtvaardigt dat een alsnog ingediende aanvraag voor compensatie kan worden afgewezen met een beroep op het verlopen van de aanvraagtermijn.
Een in mijn praktijk namens een werkgever ingediende aanvraag, is alsnog – zij het na het doorlopen van een bezwaarprocedure – toegewezen en de compensatie voor de transitievergoeding is betaald.
Het is de vraag waarom UWV dat niet wereldkundig maakt, maar in plaats daarvan een bericht plaatst dat werkgevers opnieuw op het verkeerde been lijkt te willen zetten.
Heeft u nog niet gecompenseerde transitievergoedingen? Laat het controleren!
Belangrijk is dus dat u als werkgever nagaat of u in het verleden langdurig zieke werknemers uit dienst hebt laten gaan onder het betalen van een transitievergoeding, en of u daarvoor compensatie verkreeg. Als u de compensatie niet eerder aanvroeg, of niet eerder uitbetaald kreeg na een aanvraag, is het zaak goed na te gaan wat daar de achtergrond van was.
Desgewenst kunnen wij u assisteren hierbij. Ook kunnen wij voor u (alsnog) een aanvraag voorbereiden en indienen bij UWV. Wilt u hier meer over weten, neem dan contact op met mr. Joost Hoetink – door te bellen naar 030-2318060 of per e-mail hoetink@berculo.nl.